Tips van de chef: Sardijnse ricottaballetjes met sinaasappelzeste
De Italiaanse keuken is wereldberoemd voor desserts zoals tiramisu, gelati en cannoli, maar ze heeft nog zoveel meer te bieden. Kok Sue Van Parys, die al 18 jaar in de keuken staat van het Sardijnse restaurant Dolce far niente, deelt met ons haar recept voor arrubiolus, zoete ricottaballetjes, een streekgerecht uit het zuiderse Sardinië.
Ingrediënten
- 250 g ricotta van schapenmelk
- 1 ei + 1 eierdooier
- 250 g zelfrijzende bloem
- 40 g rietsuiker
- een mespuntje saffraan
- een koffielepel Filu e ferru (Sardijnse grappa, kan ook met gewone grappa)
- het binnenste (merg) van een 1/2 vanillestokje
- zeste van 1/2 sinaasappel
- zeste van 1/2 citroen
- een snuifje zout
- arachideolie
Bereiding
Meng de ricotta samen met de suiker in een kom of in een Thermomix (snelheid 4) tot je een smeuïge massa krijgt. Voeg een mespuntje zout, de zestes van sinaasappel en citroen, de grappa en de saffraan erbij en roer alles goed doorheen. Voeg beetje per beetje de zelfrijzende bloem toe aan het mengsel. Voeg vervolgens het ei en de eierdooier voorzichtig bij het beslag en roer tot een mooi glad geheel, dat wel nog wat kleverig voelt.
Laat het beslag een halfuur rusten op kamertemperatuur.
Verwarm de olie tot maximum 170°C.
Neem een bowl met lauw water, bevochtig je handen, en maak kleine balletjes van het beslag, ter grootte van een grote knikker.
Frituur de balletjes onmiddellijk en laat ze even uitlekken op keukenpapier. Rol ze, terwijl ze nog warm zijn, door een laagje rietsuiker of giet er wat honing over.